Code is poëzie. Het staat in kapitalen onderaan de WordPress homepage, mooi gespatieerd met flink wat witruimte tussen de letters onderling. Kan programmeercode poëtisch zijn? Codepoëzie? Ik weet zo snel geen antwoord. Het bestaat wel met getallen bedenk ik me. Een voorbeeld hiervan is het samenvallen van structuur, oplossing en vorm in een bijzondere wiskundige formule. Ik kan me die ontroering voorstellen maar ik kan het helaas niet zien.
Intussen denk ik door dat aantrekkelijke zinnetje aan het ‘Wow!-signaal’ dat ik vier jaar geleden tegenkwam. Ik werkte aan een project in de Ketelfactory in Schiedam met de titel ‘In de coulissen van het universum’. Het was een dag over mijn interesse omtrent het noteren en persoonlijk visualiseren van het universum vanuit verschillende levensvisies. Ik was geprikkeld door de notities en verbeeldingen van wetenschappers en beeldend kunstenaars door de eeuwen heen over de verschijningsvorm van het universum in religieuze modellen, wetenschappelijke modellen en verhalende modellen. In de laatste decennia is deze registratie hoogtechnisch fotografisch geworden en stromen er beelden binnen van coördinaten waar nooit iemand is geweest of zal komen. Deze registratie wordt als waarheid beschouwd. Ik beschouw het ook als waarheid, maar het is een weergave die niet met eigen ogen kan worden gezien en dus toch een voorstelling blijft. Zou het dan niet interessanter zijn om een andere voorstelling van het universum te maken bedacht ik me.
Ik vroeg me af hoe een wetenschapper, hoogleraar sterrenkunde professor dr. Harm Habing, een gelovige, predikant ds. Jessa van der Vaart en een niet-gelovige, auteur Alex de Vries, het universum zagen. Zij spraken er over. De sterrenkundige had minder met onmetelijkheid dan ik had verwacht, hij hield niet van een lege ruimte omdat hij zich bezig hield met dingen die bestaan of zouden kunnen bestaan, de gelovige dacht niet aan God, was verwonderd over de mogelijkheid van leven in een ijskoude ruimte maar haalde het universum naar de aarde en de niet-gelovige had het over de bijzonderheid van de ‘onzintuigelijke overbrugging’ van ruimte tussen mensen en pakte een wolk uit de lucht.
Tijdens het zoeken naar gegevens voor mijn eigen lezing op deze dag stuitte ik op het Wow!-signaal. Op de uitdraai van een meting naar buitenaardse radiosignalen staan de cijfers en letters 6EQUJ5 rood omcirkeld onder elkaar in een veld van louter getallen. ‘Wow!’ staat ernaast geschreven. Ik zet het tussen aanhalingstekens omdat het moet zijn uitgeschreeuwd door de onderzoeker Jerry Ehman. Hij ontdekte het signaal op 15 augustus 1977 met een Big Ear Radio Telescope in een SETI project op de universiteit van Ohio. Het duurde 72 seconden en is daarna nooit meer waargenomen. Men weet tot op de dag van vandaag niet wat het is geweest maar het spreekt wetenschappers en niet-wetenschappers enorm tot de verbeelding. Intrigerend en ook esthetisch is het stukje papier waarop het bewijs van het signaal en de herkenning van de onderzoeker zijn verenigd. Het herbergt de emotie van het ontdekken en de magie van het noteren. Het papieren Wow!-signaal is zeker codepoëzie.
© Karin van Pinxteren, 2 augustus 2013