Gevonden grijs

Mijn duif bestaat nog uit onderdelen. Sinds vier jaar raap ik haar veren op als ik wandel. Ineens zag ik ze liggen, nooit eerder waren ze me opgevallen en ik liep toch al 40 jaar rond. Grote, kleine, donzige, volgroeide exemplaren liggen in regelmaat en het hele jaar door op stoepen en in bermen, sindsdien verzamel ik ze, als de veer me aanstaat. De kleuren probeer ik te ontleden, grijze nuances neigend naar blauw, rood en bruin. Ik houd de kleurenwaaier ernaast en vind RAL 7001 zilvergrijs, RAL 7035 lichtgrijs, RAL 7036 platinagrijs, RAL 7040 venstergrijs, RAL 7044 zijdegrijs, RAL 7046 telegrijs 2, RAL 7047 telegrijs 4, RAL 8019 grijsbruin en RAL 9018 papyruswit. RAL 5014 heet duifblauw, vreemd genoeg zit die kleur er tot nu toe niet bij. RAL is een Duits kleurensysteem uit 1927, ReichsAusschuss für Lieferbedienungen, zou een Duitse duif blauwer zijn?

Het is zo’n project waarvan ik niet weet wat ik ermee moet, maar dat blijft hangen. Een goed verenwerk maken is moeilijk, het moet de veer overstijgen. Ik bedacht me verschillende soorten duiven te ontleden in kleurstrepen als abstracte schilderijen, waarvan de hoeveelheid kleur de dikte van de strepen zou bepalen. Maar of dat nu spannend is? Nee, ik voel nog steeds geen urgentie. Zo raap ik en denk ik en stop ik veer na veer onbeslist in plastic zakjes.

Het aantal veren van een zangvogel blijkt te variëren tussen 1.100 – 4.600 stuks. Een kip heeft ongeveer 8.000 veren en de zwaan – watervogels hebben relatief meer veren dan andere vogels – neemt met 25.000 stuks het voortouw. Dus logisch nagedacht zal een duif met zijn verengemiddelde op 5.000 stuks zitten. Iemand zei me onlangs veren vies te vinden. Ik begreep het niet, hoezo vies? Hij gruwelde van het feit dat de punt van een veer in het lichaam van een vogel had gezeten. Zo had ik het nog nooit gezien of gevoeld. Ik kon het me voorstellen maar besloot er niet in mee te gaan en draaide de gedachte om. Ineens zag ik de huid van een vogel vol dikke pennen, een raar idee. Stel bij jezelf voor dat zich in je huidlaag duizenden dikke buizen bevinden, het is een grove gedachte. Onder het fluweelzachte verenpak zit een pittige constructie.

Het beste werk met veren ooit gezien spotte ik een jaar geleden. In 2012 doekte Arto Imago in Tilburg een deel van haar uitleencollectie op. Het bedrijf had de Kunstuitleen overgenomen en had naar eigen zeggen teveel kunst in huis. Het werk belandde op een veiling en werd voor een koopje aangeboden. Niet slim, er zat hele goede kunst bij. Zo viel mijn oog op een werk van Moniek Toebosch. Een perspex staaf stond schuin tegen een muur, op het bijschrift: 150 cm x 6 cm, foto/papier. Was het nu een object of was het een foto? Ik hield het op het eerste. Een prachtig werk en tot mijn verrassing zag ik dat de staaf gevuld was met veren. Waren het echte veren of was het een foto van veren in perspex gevat, doelde het onderschrift daar op? Dit subtiele werk was nog mooier dan ik dacht.

Al dromend zag het in mijn kamer staan maar ik had weer eens geen geld over en kon dus niet bieden. Het bedrag stond op 160 euro, het liep eerst langzaam en daarna steeds sneller tientjesgewijs op. Vermoedelijk heeft er een automatische bieding op gezeten. Dat is een andere bieder die het werk graag wil hebben en die het veilinghuis het commando heeft gegeven om bij elke nieuwe bieding het bod automatisch met een bepaald bedrag te verhogen, tot een maximum bedrag of zonder limiet. Het had geen zin om mee te doen. Wat maakt het uit wanneer je als verzamelaar geld hebt en dit werk van de onvolprezen Toebosch graag wilt kopen, dan kun je tot duizenden euro’s gaan en zet je jezelf op automaat. Het uiteindelijke bod is me onbekend, maar ergens, hoop ik, staat dit werk tegen een muur bij iemand die het heel goed vindt en ligt het niet ter speculatie in een kast. Wat had ik dit werk graag gekocht. Het heet ‘Subway Report’, een mooie titel, verslag uit de ondergrondse, stadsduif, naar beneden gedwarreld, een bericht in kraakhelder perspex, fijnzinnig, nonchalant tegen de muur, ruimtelijk een vondst. Het beste verenwerk is dus al gemaakt.

Een half jaar heb ik niet verzameld, maar ik ben weer begonnen. In navolging op de titel van Moniek Toebosch zou mijn duivenwerk ‘Country Road Lane Report’ kunnen heten maar ik noem het tot nu toe ‘Gevonden grijs’. Eens, heb ik me bedacht, als ik veren genoeg heb, construeer ik mij een nieuwe duif bestaande uit houtduif, holenduif en tortel. Ik verzamel ze door elkaar, begin de kleuren te herkennen. Mooie droge pas gevallen veren moeten het zijn, 5000… dan heb ik nog flink wat jaren te rapen voordat ik mijn taxidermische huzarenstukje kan gaan uithalen en met mijn Country Road Lane Report AKA Gevonden grijs op de schouw kan pronken. Geluid? Ja geluid! Het wordt al interessant, een soundscape bestaande uit drie koeren door elkaar. Jammer dat de zomertortel er niet bij zit. Doorrapen, nog maar 4.500 veren te gaan, in dit tempo duurt dat ongeveer 36 jaar. Na Subway Report vermoed ik dat dit idee wel een idee zal blijven. Intussen… waar zou die mooie stok van Toebosch toch zijn neergestreken?

© Karin van Pinxteren, 2 september 2013

Subway Report, Monique Toebosch

De website van Moniek Toebosch (1948 – 2012)

Trendbeheer besteedde vorig jaar aandacht aan de veiling

Wikipedia over het RAL kleurensysteem