De losser en de exotische gedachte

Hij vertelde mij een verhaal op de kade, de trouwe losser. Een keer had hij zich speciaal aangekleed om een brief te versturen. Hij had zijn gedachten en dilemma’s opgeschreven over hier en daar. Ongeadresseerd had hij de brief de leegte in laten glijden, met zachte landing kwam het in de diepte van het laadruim terecht. Wie zou de brief vinden? Waar zou het gevonden worden? Het zou onleesbaar zijn, een blad vol vreemde tekens. Het was in het Nederlands geschreven en dit schip voer naar vreemde talen.

Het schip met tapioca voelde warmer aan dan de schepen met graan en mais zei hij. Hij had de schipper slechts een keer gezien en met hem gesproken over het leven. Een ontmoeting die hem nog steeds bezig hield. De schipper was er wel, dat voelde hij, maar hij zag hem nooit. Ladingen kwamen aan en werden gelost, gedachten gingen mee terug het donkere ruim in, er was plaats genoeg. Silo vol, silo leeg, het ritme van de tapioca. Hij raakte in cadans, daaruit ontstond de exotische gedachte over daar. De schipper had het over Tzvetan Todorov die had geschreven dat ‘de gewone ervaring begint bij onbekendheid en eindigt in vertrouwdheid. De ervaring van de exoot begint waar de andere ervaring eindigt – bij vertrouwdheid – en leidt tot onbekendheid’. Het was niet zijn lichaam dat hem tegenhield mee te varen, zijn lichaam wilde maar al te graag, maar het was zijn geest, het onzichtbare en onhoorbare stuk van de mens dat vele malen groter is dan het lijf zelf, dat continue vragen opstuwt. Waar zat het eigenlijk?

Zou hij zijn lichaam en geest kunnen scheiden, zodat hij hier en daar kon zijn? Hij wilde vliegen met de papegaaien, zich laten bedwelmen door grote bloemen, baden in vruchtensap, de tapiocavelden zien. Hij wist het antwoord. De schipper had hem verteld dat het niet kon. ‘Je bent hier óf daar’ had hij resoluut gezegd, ‘of je vaart met mij mee of je blijft op de kade’. De woorden splinterden, hij haalde er zijn ziel aan open. Natuurlijk had de schipper gelijk, er is maar een lichaam, op twee plaatsen existeren was onmogelijk. Dat had hij ook bij Octavio Paz gelezen.

De losser werd stil, ging zitten, vouwde zijn knieën voor zijn borst, sloeg zijn armen eromheen en tuurde voor zich uit. Ik ging naast hem zitten, tuurde met hem mee. ‘Er is zoveel beweging op aarde’ zei hij plotseling, hij haalde diep adem ‘en ik kan deze kade niet eens verlaten’. Tijd deed er niet toe, dat noemde hij een constructie, het was zijn innerlijk besef dat hem aanstuurde. Geest, geweten, karakter, de zware metalen in het verlangen. Ik keek naar hem vanuit mijn ooghoeken, er ging veel in hem om. Intussen zwierf ik verder in zijn verhaal, verzonk in de exotische gedachte en liet me meevoeren naar reuzenbloemen en overvloed.

© Karin van Pinxteren, juli 2012

Tapioca

het verhaal is onderdeel van de installatie Silo Exotica 2012