
Soms zie je een kunstwerk dat je laat kantelen, dat je inzicht geeft in je eigen fascinaties. Dat overkwam me bij ‘Den ensamma giftsvampen’ van August Strindberg (1849-1912). Onverwacht – ik zocht naar iets anders – bleef mijn oog acht jaar geleden aan het boekje ‘Goethe, Hugo, Strindberg’. Het was een Zweedse uitgave. Onleesbaar, zonder tekstuele toelichting trok dit schilderij van Strindberg me het papier in. Nog steeds weet het werk me te vangen, laatst wist ik ineens waarom, het is een ‘atmosferische verdichting’. Een aantal werken die me bij blijven hebben die kwaliteit, nemen je mee naar die ene staat die ze vertolken.
Werken met atmosferische verdichting laten je ergens anders adem halen, niet hier maar in het kunstwerk, de lucht is er van een andere samenstelling. Den ensamma giftsvampen heeft het, daar is deze constatering begonnen, van daaruit kan ik begrijpen waarom bepaalde werken me overmannen. Zo bevond ik mij op de scheve eerste verdieping van De Slegte en wandelde het gemoed van Strindberg binnen, iets wat ik toen nog niet wist.
Den ensamma giftsvampen oogt in eerste instantie heel prettig. Een mooi zachtblauw wattig geheel van zee en strand. Een paletmeshorizon zorgt voor een vouw in het beeld en het rode vlekje in de hoek fungeert als dieptecoördinaat, een bodemaanwijzing. Bij nadere beschouwing blijkt dit vlekje de oer-paddenstoel, de sprookjespaddenstoel te zijn. Een vliegenzwam op het strand? Een onmogelijkheid. Nu de titel erbij, De eenzame gifzwam. Het vredige schilderij krijgt een hallucinerende werking. Die ene kleine zwam geeft het doek, de zee, het strand, een heel andere lading. Van een zout realisme naar een droombeeld. Strindberg schildert er twee kleine zijzwammen aan om het minder symbolisch te maken, om je even om de tuin te leiden. Hier vindt de atmosferische verdichting plaats. De paddenstoel dampt, houdt de wind tegen, van frisse zee verandert de geur in het doek in een stilstaande zwammenlucht met zoute ondertoon. Het bevrijdende van de zee wordt geënterd. Hoeveel betekenis kan iets hebben? Tijd voor wat onderzoek naar de gebeurtenissen rondom het werk, 1893.
In dat jaar, hij is 44, trouwt hij met de Oostenrijkse journaliste Frida Uhl na een ontmoeting in het kunstenaars stamcafé ‘Zum schwarzen Ferkel’ in Berlijn (de naam die Strindberg aan de Weinstube gaf omdat hij vond dat de Armeense wijnzak boven de entree op een big leek. De eigenlijke naam was Gustav Türkes Weinhandlung und Probierstube). Wat de sprookjesfactor betreft, Strindberg was onder invloed van het werk van Hans Christian Andersen, het is een kort lijntje, hij vertaalde zelfs werk van de Deen. Een andere invalshoek is de bedwelmende en hallucinogene effecten die de vliegenzwam kan veroorzaken wat weer een ritueel gebruik is in Lapland. Daarnaast lijdt Strindberg aan angstpsychoses, hij schildert dit werk in het jaar voor zijn Infernocrisis (Parijs 1894-1896), dat een zware periode zal blijken, waarin zijn tweede huwelijk stukloopt, waarin hij zich op natuurwetenschappelijke experimenten stort en schizofreen aandoende visioenen krijgt. Den ensamma giftsvampen lijkt er een voorbode van te zijn.
In hetzelfde jaar schildert hij De jaloerse nacht ‘Svartsjukans natt’. Een scène op zee, woest, kolkend, ultradreigend (zie link). Naast elkaar zijn de werken aangrijpend. Een windstille knijpende versie van de hallucinatie, met zij aan zij een kolkende bulderende versie. Er is geschreven dat Strindberg een uiterst moeilijk soms zelfs onmogelijk karakter heeft gehad wat denk ik wel aangenomen kan worden, er is veel over bekend. Toch kan je eigen oordeel over iemand pas geveld worden na een echte ontmoeting is mij door de jaren heen duidelijk geworden. In beschrijvingen over anderen zit altijd een portie zelfreflectie die niet opgaat voor de persoon in kwestie. Maar het mag duidelijk zijn uit vele teksten dat hij niet gemakkelijk is geweest, niet voor anderen en zeker niet voor zichzelf.
Deze schilderijen tonen de mentale staat van het individu Strindberg, het mysterie van zijn brein, de stemmingen in zijn leven. Hij visualiseert het onderbewuste, van zichzelf en daarmee voor anderen. Strindberg is niet uniek in zijn emoties, wel heeft hij er op een diep invoelbare manier vorm aan kunnen geven. Het krachtige werk De jaloerse nacht heeft voor mij geen atmosferische verdichting, het is wel zeer intrigerend zeker in combinatie met de titel. Is het erotisch bedoeld? De onmacht van de afwezigheid daarvan? Of is de nacht jaloers op de dag, omdat die meer context heeft, meer afleiding? De nacht is duidelijk fysiek heftiger bij Strindberg. Toch is Den ensamma giftsvampen aangrijpender, de stille emotie is moeilijker weer te geven dan de razende, het is subtieler. Strindberg toont hier het onverwacht opduiken van de toxisch, bedwelmende conceptie overdag, daar waar letterlijk geen voedingsbodem is, zich manifesterend in het veilig gewaande daglicht.
Er is één geluk en dat maakt het schilderij aanvaardbaar, dat is het gegeven dat de aanwezigheid van een paddenstoel van korte duur is. Weg onmogelijke, zich vastzettende gedachte. Zo blijft alles in beweging en toont Strindberg met Den ensamma giftsvampen en Svartsjukans natt een kijkje in de menselijke psyche, als een visueel aangrijpende tussenstop in het schijnbaar normale traject tussen geboorte en dood.
© Karin van Pinxteren, 29 september 2013
link naar ‘Svartsjukans natt’ ‘De jaloerse nacht’
link naar August Strindberg, onbekende? door Amy van Marken 1940, Elsevier