Van het onderbewustzijn naar het vertrouwen en weer terug.
In de waterloze watertoren van Oost-Souburg maakte ik in 2002 een installatie voor de tentoonstelling Decompressie. Van omwoners ontving ik veertien metalen kruiken na een oproep in de krant. Ik zandstraalde de tekst ‘Guide me’ er op en voorzag ze van een riem met het idee er mee rond te lopen, de bezoekers er een te overhandigen bij binnenkomst, want zijn we niet altijd op zoek? Maar gaandeweg het project vorderde kwamen de kruiken aan de zwarte waterbuizen te hangen die zich van onder tot boven door de vloeren boorden. Ik voorzag ze van een elementje waardoor ze continue op 37 graden Celsius bleven en schakelde ze door. De gehele installatie eindigde op de vierde verdieping in rood licht. Daar waar een van de buizen zijn innerlijk toonde.
‘Guide me’ is hier de overgave aan het onderbewustzijn, een gebied dat we telkens na het bewustzijn betreden, waar we onszelf niet kennen en waar we ons soms op onveilige paden begeven. De watertoren leverde ooit het water voor de kruiken, het water werd opgewarmd, de kruiken gevuld. De warme metalen flessen brachten mensen naar de ongrijpbare donkere wereld van de slaap, ze gaven zich over, ‘Gids mij’. De onderling verbonden lichaamwarme kruiken vormden tezamen een sloopexplosief. Het moet een reactie op 9/11 zijn geweest. Na die datum is een gebouw nooit meer de vanzelfsprekend veilige omgeving geworden. Maar ook veertien kruiken met onderbewustzijn, aan elkaar geschakeld als in de nacht.
In 2009 heb ik de Guide me-kruik nogmaals toegepast in het werk ‘The Monument’, het project heette No Man’s Land. Daardoor moest ik denken aan het stuk grond tussen het Nationaal Museum Kamp Vught en de gevangenis Nieuw Vosseveld, twee monsterinstituten die aan elkaar zijn geschakeld en waartussen zich een grensstrook bevindt, serieus want echt. Het is een bizarre situatie dat het Nationaal Monument Kamp Vught tegen de zwaarst bewaakte gevangenis van Nederland staat. Donkere breinen aan de ene kant van de muur zijn uit op vrijheidsberoving, zijn bezig hoe anderen te onderdrukken, te verminken of zelfs te doden. Aan de andere kant van de muur vertelt een gebouw het verhaal van deportatie, overheersing, oorlog en manipulatie in de meest erge vorm. Het gebouw etaleert de gruwelijkheden waartoe mensen in staat zijn, nooit meer mag het plaatsvinden. Het NMKV kan daardoor, mijn inzien, beschouwd worden als de ethische tegenhanger van de gevangenis. Ik stel me voor dat het NMKV het onderbewustzijn van de gevangenen voedt met redenen die ’s nachts in de slaap de kwaadaardige gedachten neutraliseren. Het kunstwerk is een muurschildering van de plattegrond van het zwaarst bewaakte complex op het terrein waarin de Guide me-kruik een tegenkracht is die van het geheel een machine maakt. Een rondpompend dag-nacht principe.
In de afgelopen week las ik De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans en denk aan de Guide me-foto uit 2004. Op deze foto heb ik een van de kruiken als een bom om mijn heupen gehangen. De draden naar de ontsteking heb ik in dit geval mijn navel gestopt. Ik ben zelf ontsteking geworden. Door Henri Osewoudt, de hoofdpersonage uit het boek, gaan mijn gedachten naar dit object en zie ik hem lopen met dit werk dat hij vult met Dorbeck: Guide me. Hangt er zo’n virtuele extensie niet aan ons allemaal? Is Guide me een volume dat de ander naar binnen leidt of wordt Guide me gevoed door het innerlijk en vult de cilinder zich, stroomt er iets van onszelf naar de ik die zich buiten onszelf vervormd? De stroomdraden leiden van en naar de navel, daar waar een litteken ontstaat na je geboorte, het centrale sluitstuk naar het geheimzinnige donkere bestaan van voor je geboorte, het knoopje naar moeder. Daar ligt de poort naar het onderbewustzijn, niet direct in het hoofd. Osewoudt koppelde Dorbeck aan zijn navel, liet hem binnenkomen.
Uiteindelijk kom ik hierdoor op het begrip vertrouwen uit en begin te zien dat niet het verlangen maar het vertrouwen mijn centrale thema is. Het is de moeilijkste inschatting die je telkens weer moet maken. Wie is die ander? Kan ik hem of haar vertrouwen? Is hij of zij een kruik of een bom, flik-flak? Sluimerend wordt een van hoedanigheden gevormd en vaker worden we teleurgesteld, dan laten we de ontsteking afgaan en blazen we de ander op, waarmee we ook een stukje van onszelf opblazen. Soms trekken we de draden los, een mildere wijze. Osewoudt blies uiteindelijk zichzelf op, werd zelf een explosief, de meest heftige vorm van Guide me, zelden komt het zover. Heel soms gebeurt er iets moois en is het vertrouwen in harmonie, het is zeldzaam maar mogelijk, dan ontstaat er een wisselwerking waarbij het vertrouwen een kruik wordt die constant op temperatuur blijft.
© Karin van Pinxteren, 16 januari 2014
