Zwaluwmolen van Oto

De toren kijkt me aan, een stenen uil, het is siësta in het Spaanse bergdorp waar de dag is neergelegd. Tijd wordt In bronzen slagen van de helling geslingerd en verdunt zich in het landschap. Drie maal, alles lijkt hier te slapen, toch, hier hoog in de Pyreneeën bewegen geluidloos twee vogels in een cirkel boven een langwerpige stenen waterbak en draaien een imaginair reuzenrad. De zwaluwen van Oto beheersen een beweging die ouder is dan ik ben. Het is zó subtiel en van zo’n hoge perfectie dat er een lange tijd aan vast moet zitten.

In die beweging zit een ritme door de afstand tot elkaar. Het is niet te zien welke van de twee zwaluwen achter de ander aan vliegt en met een ongekende precisie wordt de manoeuvre almaar herhaald. Ik volg de beweging en probeer te ontrafelen waarom ze net boven het water vliegen en weer opstijgen. Schuifelend kom ik dichterbij en ontwaar een minieme rimpeling telkens als een van de vogels over het oppervlak scheert en begrijp dat ze drinken. Bij gebrek aan een natuurlijke stroom maar in bezit van een waterbak maken ze telkens een cirkelvormige lus om hetzelfde kleine oppervlak te kunnen gebruiken voor de drinktechniek, zo hebben ze van deze bron hun rivier gemaakt. Dit schouwspel moet eeuwenoud zijn, de stenen bak staat er al honderden jaren. Vrouwen kwamen hier water halen en tijdens de siësta in de tussenstilte is de boerenzwaluw gaan drinken. Broedsel op broedsel is de techniek overgebracht.

Intussen bedenk ik me dat de waterleiding zijn intrede heeft gedaan maar dat de vogels het waterreservoir zijn blijven gebruiken op hetzelfde uur en stel me voor dat hier al tijden, als de zwaluwen in Oto zomeren, tijdens de siësta een perfecte zwaluwmolen draait. Generaties Otonaren moeten het hebben waargenomen, kleding veranderde, de zwaluwen bleven hetzelfde. Terwijl ik door de eeuwen slenter breekt plotseling de cirkel en zijn ze verdwenen. Ik wacht in het slapende landschap maar de vogels komen niet terug.

Vele waterbakken later zonder voorstelling besef ik dat het een unieke ervaring is geweest. De zwaluwmolen als een tekening in de lucht is daarna vaak in mijn gedachten teruggekomen. Het toeval om die perfectie te hebben waargenomen wat bij elkaar maar enkele minuten heeft geduurd verwondert me nog steeds. Ik maakte geen foto, dacht er niet aan, gebiologeerd als ik was door het gebeuren en heb het om de herinnering tastbaar te maken geprobeerd te tekenen, ik moest er iets mee maar wist niet wat. Er is nooit iets uitgekomen, het is zoals het is, al twaalf jaar een bewegend beeld in mijn hoofd. Op dit moment begint het tafereel 1380 kilometer hier vandaan en op 900 meter hoogte opnieuw nu de boerenzwaluwen vanuit Afrika weer naar het noorden vliegen en die van Oto hun dorp aandoen.

Beheersing van een handeling. Het duurt lang voordat je een beweging perfect kunt maken, voordat gedachte en uitvoering naadloos samenvallen. In enkele bewegingen ben je heel behendig, in vele een kluns.

© Karin van Pinxteren, 21 april 2014

tekening Karin van Pinxteren