Met enige regelmaat sta ik in een ruimte te wachten tot het licht aangaat om na een vijftal seconden op te merken dat er niets gebeurt. In het donker tast ik naar de deur, open deze voor een streep licht en zoek naar de lichtknop. Op die momenten voel ik me onnadenkend en achteloos. Hoezo automatisch? Lichtknop zelf omzetten natuurlijk.
In die gelegenheden waar het licht wel automatisch aan gaat bij het binnentreden van de ruimte voel ik me soms weer ongemakkelijk verwend of het niet voor mij is, toch wel wetende dat het licht aan en uit gaat zonder aanzien des persoons. Ik vind het mooi, het is een soepelheidsbeleving, cinematografisch, elegant, mits de ruimte aangenaam is.
Melders en timers worden ook in kunst toegepast. Films die gaan spelen, geluid dat gaat draaien of dingen die gaan bewegen, meestal als onderdeel van het kunstwerk dat een interactie aangaat met jou als bezoeker. Vorig jaar in juni zag ik de tentoonstelling Staged City in Arti & Amicitiae. Een interessante expositie waarvan ik me nog behoorlijk veel werken herinner. Er zijn meerdere redenen waarom een tentoonstelling je kan blijven vergezellen; een werk dat je raakt, gedachten waar je zelf mee stoeit, onverwacht werk, leeftijd, mate van ontwikkeling, werk van vrienden, hoogtepunten uit de kunstgeschiedenis, dat ene specifieke werk, een ontmoeting met een bekende of onbekende… Staged City is me bijgebleven door het subtiele werk The Lost Park van Maria Barnas waardoor zijdelings meer werken aan dit anker zijn blijven hangen.
Ik loop er naar toe en wacht, intussen bekijk ik de installatie. The Lost Park bestaat uit een pick-up, boxen, platenhoes voorzijde, platenhoes achterzijde en dit alles zo dun mogelijk bevestigd, zwevend aan de muur. Er gebeurt niets, nog een gedachte volgt en dan pas heb ik dat in de gaten. Ik loop nog een keer aan en wacht weer, weer niets. Ik kijk om me heen naar een suppoost om een vraag aan te stellen, ik zoek een handje. Er is niemand dus geef ik mijn ogen extra goed de kost, onderzoek de installatie en bedenk me ineens dat er geen bewegingsmelder is, zelf doen. Zélf doen dus.
Op dat moment voelt het of ik voor het eerst in mijn leven een pick-up zie, ik weet namelijk niet meer hoe het te bedienen. En het is ook nog kunst, dus raak ik het niet zomaar aan. Het kan toch niet zo zijn dat ik de handbediening ben ontgroeid. Al onderzoekend lukt het me toch en soepel begint de LP te draaien. De toegenegen muziek stoffeert de ruimte waarin het geluid blijft hangen, ik ken het stuk niet maar de sfeer klinkt me niet onbekend in de oren, Braziliaans? Ik bekijk nogmaals de eenvoudige installatie waar deze muziek onderdeel van is. Driemaal draai ik de LP, intussen lees ik op het informatiekaartje dat het een poëtische vertaling is van Barnas’ ervaringen in Recife waarin ze de warmte en het gevoel van de plek heeft overgezet naar geluiden. Die plek is een restauratieproject van het Praça de Euclides da Cunha, een van de eerste tuinen van Roberto Burle Marx (1909-1994), een ontwerp uit 1935 dat niet meer bestaat en dat in 2004 is gereconstrueerd naar de herinneringen van mensen aan deze tuin. Een bijzondere aanpak voor een reconstructie en het is inderdaad Brazilië.
Terwijl ik dit in me opneem herinner ik me mijn wandelingen in het Ibirapuera park in Sao Paulo en op de Copacabana promenade in Rio de Janeiro, beide van Burle Marx. Zijn werk heeft een helderheid die meteen opvalt in een atmosfeer van slenterwarmte.
Hoe anders zal de tuin 70 jaar na dato zijn geworden? Herinneringen zijn enorme vervormers, daar wordt verschaald, verkleurd, verplaatst, verwisseld. Het is spannend om de particulier aanwezige hoedanigheden hiervan aan het licht te brengen, om alle herinneringen in kleur en schaduwen van dezelfde tuin over elkaar heen te leggen waar dan die ene tuin uit tevoorschijn komt die nooit zo heeft bestaan.
Deze uit vaste wandelingen, die ene zoen en uitzicht gereconstrueerde tuin is door Barnas’ ervaringen muziek geworden, dat van zichzelf weer ongrijpbaar is. De omkeringen bij elkaar maakt dat het fijn is dat The Lost Park geen onderdeel uitmaakt van de timertijd, dat het niet uit zichzelf begint te spelen, die soepelheid past de herinneringen niet die onverwacht komen en gaan. De ontdekking is groter als je de tuin zelf opzet die, omdat de LP niet te koop is, zich steeds meer als een verborgen schat in de zwarte schijf wortelt.
© Karin van Pinxteren, 30 maart 2015

Maria Barnas ‘The Lost Park’ 2011
cover ontwerp Felix Weigand
LP: Maria Barnas samen met componist Peter Lunow en geluidskunstenaar Nathalie Bruys
Arti & Amicitiae, Amsterdam
Staged City 24-05 / 22-06-2014
door Laura van Rijs en Petra Noordkamp