Coiffure Mixte

Etaleren is een vak.

Een verbijsterend voorbeeld van een afstotende in plaats van lokkende kappersetalage. Fijn dat niet alle etalages volgens de regels worden ingericht, het verlevendigt het straatbeeld, maar deze kapsalon zou ik toch overslaan. De plaatselijke bevolking ziet de curieuze uitstalling waarschijnlijk niet meer, maar ziet Julie of Jean-Paul en laat zich er graag knippen.

Het meest vreemd is de vanaf een afstand op het hoofd geworpen zwarte pruik. Gevolgd door de blonde pruik, de belettering links tegen het kozijn zonder interlinie tussen de tekst en het aangevreten telefoonnummer. De al minstens twintig jaar geparkeerde vaas doet ook goed mee. Wat verkoopt deze etalage?

De twee verfomfaaide vrouwenpruiken, de uitgebeten foto van het mannelijk kappersmodel in het wissellijstje, de tekst ‘coiffure mixte’, het is allemaal zeer verwarrend maar intrigerend. De pruiken hangen slordig op de koppen, ik stel me voor dat er een spel wordt gespeeld, het pruikengooien wat in de pauze wordt beoefend door het personeel. De pauzes duren hier twee uur… je moet wat.

Het is een vermakelijk idee en zou de basis kunnen zijn voor een film met drie hoofdpersonen; Monsieur Faiance, een dichter die zich verbonden voelt met Margot. Margot, een eenvoudige maar leergierige kapster en Ragot, een verwaande gouden koningspoedel die zich gedraagt als Le Patron.

In de pauze zet Margot de poppenkoppen buiten voor het raam en wacht op Monsieur Faiance die iedere dag aarzelend met gesloten ogen de hoek om het plein op loopt naar de kapperszaak. Faiance voelt in zijn jaszak aan een muntje, waarom doet hij dit toch? Waarom houdt hij zo van dit kleine maar absurde ritueel van het pruiken werpen naar poppenkoppen met Margot? Hij zag het vreemde spel van het kapperspersoneel toen hij hier kwam wonen, maakte praatjes, deed mee en bleef uiteindelijk met haar over. Faiance verfijnde het platte maar amusante spelletje en bedacht dat als een zwarte pruik blijft zitten de werper een vraag mag stellen die naar eerlijkheid moet worden beantwoord. Bij de blonde pruik mag een leugen worden verteld.

Margot begrijpt Faiance’s rijkelijke taalnuances niet helemaal of helemaal niet wat Faiance ontroert. De mensen om hem heen praten hem naar de mond, zijn bundels worden liefdeloos bejubeld, zelden ontmoet hij het ongeveinsde. Margot is eerlijk, haar gezicht luistert.

Faiance herkent de taal van Margot’s handelingen niet die belangrijker zijn dan hij denkt, haar handen zijn haar universum. Ze vindt het niet erg, Monsieur Faiance vertelt, dat is anders van taal dan praten wat ze de hele dag met haar klanten doet.

Meestal vallen de pruiken ernaast en wordt er niets gezegd. Zelfs als Faiance de zwarte pruik raak gooit wil hij meestal geen vraag stellen ‘toujours pas’. Bij de blonde pruik voelt hij zich beduidend beter en komen de vragen vanzelf. Ragot blijft in de pauze binnen. De koningspoedel en de dichter gaan niet samen, Faiance mag het beest niet en andersom.

Intussen durft Faiance zijn haar niet meer te laten knippen, bedeesd dat Margot hem zal aanraken, zijn haar zal wassen, een intimiteit die geen gewone handeling meer is. Door het wachten is zijn haar zo lang geworden dat hij het in een staart is gaan dragen, een onverwachte bijkomstigheid. Natuurlijk zou Margot zijn haar moeten knippen, het zou raar zijn om dit aan een van haar collega’s te vragen en het laten knippen in een andere stad zou een belediging voor haar zijn. Hoe zal dit aflopen? Hij schaamt zich nu al bij optredens voor zijn haardracht dat voorheen onberispelijk kort was. Collega’s beginnen vragen te stellen.

Bijna twaalf uur. Margot veegt de haren op de vloer bijeen en neemt de koppen van de vensterbank. Ragot beweegt niet, weet hoe laat het is…

Een absurdistische film die natuurlijk ‘Coiffure Mixte’ als titel heeft over intimiteit waarin twee kunststof pruiken de toenadering veroorzaken maar ook de afstand behouden en het haar van Monsieur Faiance blijft doorgroeien wat langzaam een obstakel wordt. Geen groots thema, daar is het de etalage niet naar, maar klein en persoonlijk als onzichtbaar in een stedelijke omgeving.

© Karin van Pinxteren, 31 augustus 20

foto Karin van Pinxteren