Van de bescheiden schilder, tekenaar en uitgever Anne Vincent Dijkstra (1964, Dokkum) is lang niet alles te vinden op internet, toch is er ontzettend veel en het is boeiend.
In 2003 adverteerde ik mijn uitgave Hostess in HTV de IJsberg. Tot mijn schrik was de zwart/wit afbeelding helemaal volgelopen en daarmee vervloog mijn hoop. Toch meldde één koper zich en dat was Anne Vincent. Hij was door ontcijfering van het zwarte veldje nieuwsgierig geworden. Hieruit is een vriendschap ontstaan en mailen we elkaar met enige regelmaat over het werk. Zo volg ik hem nu dertien jaar, heb ik vier tekeningen van hem en in de boekenkast staan zijn publicaties;
Box-Office, A. Dijkstra, 1997
Made in Series I, A. Dijkstra, 2000
Shopping 2000 (met Stefan Frankce), Uitgeverij X, 2000
Made in Series II, A. Dijkstra uit 2001
Fecit yourself, Uitgeverij X, uit 2002
The futuristic approach, The Rear View Company, 2004
Distance Equals Rare In Time, Uitgeverij X, 2004
Parallel Universe, Pataphysical Longing Press New York, 2010
(Con)Textual, what do we really read? (met Peter Koole) Uitgeverij Onomatopee 50.1, 2010
Shortcuts, afkortingspoëzie, Uitgeverij De Hermeneut, 2012
Het zijn stuk voor stuk uitgaven die vreemde, soms absurde beelden bundelen of waar hij een absurditeit oproept door de opmaak. Anne Vincent werkt in series; collage, tekening of schilderij. Zo staan in het duizelingwekkende boekje Box-Office schijnbaar willekeurige maar secuur uitgezochte inhoudsopgaven naast schilderijen van ensceneringen in de openbare ruimte (Art), circusdieren (Circus), kozijnen (Home), naakte barbies (Sex), tinnen soldaatjes (Violence), tanks (War), skeletten (Death) en tv’s (Soap), alles op speelgoedformaat in open dozen. Voor Shopping 2000 reist hij eind vorige eeuw via de Gouden Gids stad en land af naar gevels waarop het nummer 2000 staat, het getal van de toekomst. Het is een uitgave die steeds treuriger aandoet naarmate de 21e eeuw vordert, een geslaagde opzet. In Shortcuts zet hij alom bekende internationale en Nederlandse afkortingen als poëzie achter elkaar, bijvoorbeeld A.B.N.D.W.Z.N.R.C. en in de uitgave Parallel Universe tekent hij portretten van bekende personen die soms zijn ingekleurd door zijn destijds nog jonge dochter wat neerkomt op krassen, zoals over de Franse schrijver Paul Léautaud wiens portret daardoor op een vreemd willekeurige manier maar begrensd is aangetast. De vraag aan de dochter, het vooropgezette plan voel je eraan vooraf gaan.
De dochter weet nog niet dat je een portret eigenlijk niet aantast dus kleurt ze er lustig op los. De vader weet ook dat je een portret eigenlijk niet aantast, het heeft iets verknipts, kwaadaardig, maar Anne tast willekeurig en iedereen aan waardoor het een manier van bewerken wordt die niet gericht is op een persoon maar op vele personen wiens portretten circuleren op internet. Kan dat? Ja dus, het is een spel. Hij geniet ervan. Zo ook die keer dat ik twee tekeningen bij hem kocht. Ik koos en hij zei niets in het bijzonder over de werken. In diezelfde week koop ik het boek True Crime. Op het moment dat ik was aanbeland bij Ian Brady liep ik haast gedachteloos naar de tekening die inmiddels aan de muur hing. Een schok, ik had een seriemoordenaar ingelijst.
Met alle gemak en zonder scrupules schuift Anne Vincent beelden en taal in zijn werk door elkaar, waar ik me zeer over kan verbazen en wat me intrigeert omdat het haaks staat op mijn eigen werkwijze. Het kan omdat hij de kennis ervan bezit, wat hij wegwuift als je dat zegt.
Zijn consistente schilderijenserie waaraan hij al meer dan vijf jaar werkt is onderverdeeld in Ruïnes, X-rays en Nano. Het zijn grote ongelukken en rampen, delen van het skelet en micro-opnamen. De mens is er afwezig op één na, Anne Vincent draagt zijn plek aan je over. Als kijker, beschouwer wordt je de eerste technisch rechercheur ter plaatse, de radioloog of de chemicus. Hij maakt je tot onderzoeker. Beroepen waarbij de emotie naar achter moet worden geschoven om ze uit te kunnen oefenen.
De werken worden bij elkaar getrokken doordat ze worden ontleed in vlakjes en daarna ingeschilderd met gemengde toonstellingen van Pruisisch blauw en Titaanwit die hij zelf ‘een kleur voor bevroren momenten’ noemt ‘waarbij het drama zich concentreert in de verf om de samenhang van de verschillende vormen binnen een schilderij te versterken’. Door die blauwe orde trekt Anne Vincent sporen van bestaan naar elkaar. Zoals in zijn tekeningen van portretten het gelaat is aangetast, is in de schilderijenserie Ruïnes sprake van façadeloze voorstellingen en zijn de series X-rays en Nano ver weg van het oppervlak. Weg van de verhullende beheersing die de binnenwereld en wat daarbuiten is van elkaar scheidt.
Impact is alom tegenwoordig. Wat door mensen is gemaakt is door een klap of knal vernietigd en wat we zijn kan vernietigd worden. Er is geen langzaam verval. Over wie we zijn wordt niet gesproken, dat wordt niet getoond. Ook oorzaken ontbreken. In de werken geen bloed dat zo mooi zou afsteken bij het Pruisisch blauw maar daardoor die ander zou toevoegen aan het werk. Alleen sta je, met je instrumenten en de weloverwogen titels waardoor je gaat fantaseren; The hardest of all worlds, Black mirror, The front, One, Maybe I’m finished, maybe diminished, The streets are fields that never die, The silent world.
Wat is er gebeurd? Ongeluk, aanslag? Zijn er overlevenden? Waarom zien we een ruïne, wrak, X-ray? Een nano-opname? Het journaal staat niet aan, er is geen nieuwsrubriek, geen krantenbericht, niemand vertelt je iets. Anne Vincent al zeker niet, die laat je gerust een moordenaar uit een van zijn schoenendozen vol tekeningen kiezen.
Het is de stilte van de uitgebande emotie, een wereld die nog maar één kleur heeft, herkenbaar van laboratoriumlicht, diepzeelicht, maanlicht, maar gemaakt van Pruisisch blauw en Titaanwit met textuur waardoor het ook schilderlicht wordt.
Anne Vincent relativeert met zorg de naklank van het nieuws, de aanslag, de ramp, het binnenste. De vanuit uit alle hoeken van de wereld binnenkomende ellende maakt hij beheersbaar, want hoe kun je al dat leed bevatten? Door de andere kleuren achterwege te laten zegt de schilder. Met zijn blauw kaatst hij terug dat je met vijf liter knalrood in je lijf kunt kijken, denken, bewegen en met je emotie verder kunt.
© Karin van Pinxteren, 5 mei 2016
link naar de website van Anne Vincent Dijkstra




