Een ander dorp is een vreemde wereld

Valencia, Alto Turia, Chelva, Azoque 1. Zeventig kilometer draaiend landinwaarts met heerlijk brood dat maar enkele uren vers blijft, de smaak van nu, niet van straks. Zal ik het gezicht van de zee nog herkennen?

Chelva ligt standvastig op de helling van een dal, schouder aan schouder de huisjes. Verticaal georiënteerd op een klein bouwvlak leeft men er in verdiepingen. Ik ben te gast in een ander dorp in een ander land in een eeuwenoude casa. Mijn zwaartepunt bevindt zich op begane grond, stijgen gaat niet automatisch. De nieuwe jurk doet het hier niet, er zijn geen ogen, er is geen echo op mode, het weefsel zwijgt. Het is een dorp waar alleen de tijd familie wordt.

Bij het betreden en verlaten van het huis blijven gedachten hangen aan de kralen bij de voordeur. Ik tel het gordijn, 8357 stuks, het is een vreemde constatering. Een gedachte is altijd solitair of naast een enkele. Nu zijn het er meer dan 8000, wat een realistisch getal is voor een leven maar wat aaneen geregen een nauwelijks te bevatten hoeveelheid wordt.

Chelva is Middeleeuws, meer dan duizend jaar oud dat aan de basis een sculpturale saamhorigheid is van Arabische wijk, Joodse wijk en Moorse wijk. Onder de huizen voel ik beweging en hoor ik stemmen. Daaromheen ligt een band van recente tijd met aan de rand in lompe verspreiding het heden. In een smalle steeg voel ik iets boven mijn hoofd. Ik kijk op en een hondje blijkt me met zijn ogen te volgen. Met regelmaat wordt ik geobserveerd, een foto maken lukt niet. Op stilstaan, wat langer omhoog kijken en een handeling verrichten volgt een blafsalvo. Dit hondje zwijgt, een slimmerik, die weet dat deze afstand een vaste maat heeft en ik klik. Op het Plaza Mayor zit een meisje met haar rug tegen de kerk verdiept in haar mobiel. Het digitale tijdperk is ineens een meisje in het hart van een dorp, een kleine aanwezigheid op een 17e eeuwse muur. Het is een prachtig beeld.

Weer thuis lees ik in De omweg naar Santiago van Cees Nooteboom een interessante gedachte:

‘Het is onmeetbaar wat er in namen zit samengebald.

[…]

En denk erom, nooit ben je ergens niet in een naam, niet in een streek met een naam, op een berg met een naam, in een plaats met een naam – altijd vertoef je in het een of ander woord dat door anderen – nooit gezien, al lang vergeten – bedacht is, ooit voor het eerst is opgeschreven. Wij zijn altijd in woorden.’

Het dorp heeft een regelmatige stem. Twee klokken gooien elkaar hun klank over, een tedere beweging door het precieze aantal seconden ertussen. De ene klok ontvangt de klank van de andere en tellen later omgekeerd. Dit spel duurt een kwartier, luisteren ernaar komt voor het denken. Het geluid hangt boven de daken, heeft gewicht, wordt door het dorp gewogen.

Einstein, de witte ezel, maakt het geluid van een olifant. Een heldere radar in duisternis blijkt de roep van een vroedmeesterpad. De derde klok in het dorp heeft geen geld voor een naklank, het brons absorbeert zichzelf. Mijn gehoor, een romantisch dier, ligt als een poes tegen de deur.

Het landschap is een rauwe constante. Dwalen op wegen met de auto als het enige geluid tussen stilzwijgende rotsen en vlakten. Mannen zorgen voor wegen is mijn gedachte na vijftig bochten. Een man zorgt voor een weg. Een man is een weg.

Hoe te werk te gaan? Het is boeiend om de dingen in de woorden te leggen zoals Wilfred Smit, hij schreef ernaast.

Ruimte innemen vergt een zeker karakter.

© Karin van Pinxteren, 16 oktober 2017

Herschreven vanuit aantekeningen gemaakt in september 2016 tijdens de artist residence bij Bosch & Simons in Chelva Spanje. Daar is het werk ‘In Chelva en ernaast’ ontstaan. Draadpoëzie, vier gedichten in tekening.

Link naar ‘In Chelva en ernaast’

In Chelva en ernaast – week 3 | Karin van Pinxteren | 2016-2017
Plaza Mayor, Chelva, 2016