
Gedurende het voorjaar van 2020 zijn mijn gedachten bij het dorp Le Ming in China. Vanuit Guangzhou Academy of Fine Arts wordt de kans geboden om deel te nemen aan een tweedaags veldonderzoek in het karige provincieplaatsje waar een museumproject nieuwe waarden en kansen probeert te genereren voor de bewoners. Het bezoek dat plaatsvond op 28 en 29 december is steeds prominenter geworden in mijn hoofd. Denkbeelden over kansen van jonge meisjes in het afgelegen gebied en over de waarde van kunst vliegen aan en af. Voorheen vond ik kleine initiatieven een druppel op een gloeiende plaat. Kunstenaars die even hun ding komen doen, zomaar in het leven van anderen.
Ik weet er nooit goed raad mee, een vorm van pretentie. In het zichtbaar arme Le Ming treft me de welgemeende opzet van dit langetermijn kunstinitiatief om voor de ander kansen te creëren ten behoeve van een betere leefomgeving en toekomst. Het ‘Corner Cabinet Plan’ is een van de projecten. Een afgedankte antieke kast uit het dorp wordt opnieuw geproduceerd met lokale materialen, thematisch en visueel bedenken kunstenaars een nieuw jasje. Zo komt er werk, geld en eigenwaarde het dorp binnen.
Twee jonge meisjes doen me meer dan anders beseffen dat kansen niet vanzelfsprekend zijn. Er ligt van alles op de loer om ontwikkelingen te dwarsbomen. Armoede is geen goede voorbode als het voorspoed betreft.
Ze zijn vrolijk, hebben het aanstekelijke plezier dat bij jonge kinderen hoort. Ik stel me hun gedachten voor omdat dromen en gevoelens universeel zijn en realiseer me door een onverwacht en grappig voorval in mijn hotelkamer dat het kunstinitiatief ‘de kleur wit’ in het dorp heeft geplant:
Le Ming, 29 december 2019
Ergens op de wereld en overal wonen mensen. Geen idee waar we naartoe zijn gereden, landkaarten zijn in China niet te vinden. Digitaal is het te volgen maar dat toont geen groot verband. Ik moet lijnen leggen, verbindingen maken door van groot naar klein in te zoomen zodat ik begrijp waar ik ben. Eenmaal thuis zoek ik Le Ming op satellietbeelden. Ik moet het van bovenaf zien anders blijft het in me zwerven. Na gokken en turen herken ik een deel van een naam, een bocht, de halve plattegrond van het dorp maar zeker de contouren van een gebouw dat ik heb gezien. Vanaf de grond heeft het een hoek, van bovenaf een haak. Het klopt. Daar was het. De meisjes kijken me grappig aan vanuit het witte bad op zilverkleurige leeuwenpootjes. Ik vermoed dat ze acht of negen jaar zijn. We hebben elkaar twee dagen lang zo nu en dan gezien en gecommuniceerd in non-verbale interacties met oogcontact en lichaamstaal. Ze kennen de weg in het educatieve hotel voor kunstenaars en bezoekers en zijn me gevolgd naar de kamer, schoorvoetend komen ze binnen. Ze weten dat het bad daar staat, ik voel het. Na het aftasten of ze er wellicht in zouden mogen door over het emaille te wrijven, kwebbelen ze vrolijk tegenover elkaar zittend
in het barokke object. Wat zou dat witte bad voor hen betekenen vraag ik me af. Het is een ongekend luxe-object in het karige dorp. Kippen, eenden, honden en mensen lopen hier door elkaar. Poep van gevogelte ligt overal.
Eerder die dag komt de slager het dorp inrijden met zijn kleine open vrachtwagen. Enkele stukken vers vlees zwerven zonder koeling over de laadbak op bruin gevlekt piepschuim dat ooit wit is geweest. Ik herken een halve varkenskop. Niks toonbank, niks keuze, niks hygiëne, het toegetakelde hakblok vol groeven en bloed leeft van zichzelf. Met een sigaret in zijn mond snijdt de zwartgeklede slager schortloos stukjes vlees die hem worden aangewezen. Hij knoopt de plastic zakjes en klaar. Tien minuten later is hij er vandoor.
Het smoezelige piepschuim zet me aan het denken. Wit bestaat hier niet. Wit is geen kleur in het spectrum van slijtage en heeft zelfs de slager verlaten. Wit is een ruimteschip onder de tinten in Le Ming. Het spierwitte bad moet ontzettend veel indruk maken, zou zelfs een spaceshuttle kunnen zijn voor de meisjes. Ze spelen in dat korte moment vol energie en fantasie. Voor mij maakt het visueel dat de schoonheid van het witte bad met zilveren pootjes in het hotel ook een manier is om een grotere wereld te ontmoeten, het activeert de verbeelding en haar kracht. Het vertelt het bewustzijn dat er meer is dan modder en bruine tonen. Het bad is aangekomen uit een ander werelddeel en er komen ook nog vreemde mensen mee. In Le Ming staat het nieuwe Yuan Art Museum, gebouwd door de organisatie, dat de resultaten van de kunstprojecten toont. Ook het museum is wit, diamant in een rijstveld.
Het museum en het bad zijn tegelijkertijd in het dorp gearriveerd, maken een onderlinge connectie. Het zitten in hoogglans sanitair tilt de meisjes even op. In een groeispurt van het verstand heeft de wereld zich verruimd, ligt de horizon verder, staat de deur op een kier voor de toekomst. Zonder vorm is het een gevoel. Het witte museum en het witte bad fungeren als vehikels van de geest. In 2012 was mijn conclusie dat de kleur wit een stap naar voor doet. Je moet iets met wit, invullen, wat onverwacht wordt geïllustreerd door het badmoment. Nadat we de hotelkamer hebben verlaten ontvang ik, na gerommel op de binnenplaats, getekende briefjes van de meisjes. Duidelijk is de verwijzing naar ‘jij en ik’, wat voor mij krachtig de wil tot communiceren illustreert.
Het wit uit mijn jeugd was een Peugeot 305 met blauwe elektrische ramen. Over de top, maar ik vond het prachtig. Het rijden op de achterbank was een zoeven over de weg, daarbuiten was alles blauw. Door het indrukken van een knopje ging het raam naar beneden en waren de kleuren buiten te zien. Door nogmaals het knopje in te drukken bevond ik mij weer in de blauwe wereld. Het was mijn witte droomvehikel. Al snel was de auto verdwenen maar de achtergelaten indruk was enorm. Die auto vulde de ruimte. Wit kan veel aan. In beeldende kunst, literatuur en onderzoek is het telkens de basis voor een nieuwe visie. In beginsel een kleur van gelijkwaardigheid, voor iedereen bereikbaar. In vlekkerige armoede is wit uiterst schaars, aldus wit is duur. Daar gaat mijn idee van hetgelijkwaardigheidsbeginsel van wit, wordt het een kleur ver weg, om over te mijmeren. Verbeelding op leeuwenpootjes. In Le Ming is nieuw wit gearriveerd, dàt alleen al is een spannend gegeven.
© Karin van Pinxteren, mei 2020