*LOCATIE: Waterlooplein 339, Amsterdam
*PERIODE: 13 juni – 26 juli, 2020

‘RUIMTE INNEMEN VRAAGT EEN ZEKER KARAKTER’
(Wat kàn een vreemdeling eigenlijk zien? – Kurt Tucholsky)
Cityscapes nodigt kunstenaars op het Waterlooplein uit voor experimentele presentaties/installaties op het gebied van “Mental Space”. Karin van Pinxteren exposeert van 13 juni tm 18 juli een poëtische weerslag van haar ambivalente reisbelevenissen.
Van Pinxteren reist niet graag. Toch hebben noodgedwongen reizen een enorme invloed op haar werk. Veel werken ontstaan inmiddels vanuit de reis, de stad of het dorp en de beschouwing. Zo zijn Napels, Las Vegas, Valencia, Europa, Mas de Charrou, Chongqing, Guangzhou, Hong Kong, Venetië en Chelva in een werk terecht gekomen. Bijzonder aan deze ‘reisverslagen’ is dat ze weliswaar exacte weergaven zijn van ervaringen op locaties en daarmee locatiegebonden zijn, maar niet expliciet over de betreffende steden gaan. Het zijn reflecties op de ander en het zelf, in korte poëzie. Zo betreft het werk tegelijkertijd zowel de stad als de mental space. De poëtisch beeldende werken over Europa communiceren in de installatie met die over China. De installatie reflecteert, passend bij het moment, op onze verhouding tot het reizen, tot nieuwe wegen verkennen, ‘het Chinese’ en, als steeds, het ik en de ander.
*
Steeds verder van huis glijdt de trein in een onbekend landschap over de grond van een ander. Je betreedt een oude tijd van intense voetstappen die je overschrijft.
De herkenning van een beschouwende manier van kijken kwam door het bij toeval lezen van Een Pyreneeënboek van Kurt Tucholsky in 2002. Een punctuele beschrijving en routekaart kon ik in de bergen vergeten maar ik herkende 75 jaar later zijn blik. De ‘reisgids’ bleek uit observaties te bestaan over menselijke gedrag, gevoelens en over het landschap.
Soms opent een schrijver of dichter een ruimte voor je met een zin die nóg meer opvalt dan de zinnen die erna of daarvoor staan. Ineens herken je het moment, wordt het tempo, wordt het beeld, begrijp je meer van het leven, het land, de stad óf – en dat is net zo spannend – juist minder, staat er iets wat je zelf nog nooit onder woorden hebt kunnen brengen en zijn er zinnen van eeuwen geleden die je exact hetzelfde laten zien en beleven als wat de schrijver of dichter moet hebben gezien en beleefd.
Over de met lompen en pest gevulde Middeleeuwen heen vertelt een delicate Chinees van een vis die door de bomen zwemt. Door taal kunnen tijd en ruimte compleet wegvallen, ben je in een zucht op een rivier in het jaar 700 in Het Boek der Oden of lig je in 1963 op een tafel in een gedicht van Wilfred Smit (1933-1972). Onlangs las ik Het eind van de kaart van Albert Helman (1903-1996). In 1955 noteerde hij zijn indrukken, in 1980 kwam het uit. Het geeft een prachtig inzicht over de reis naar het binnenland van Suriname. Naast een reisverslag van witte stukken van de kaart van Suriname is het ook ‘een verkenning van de eigen psyche en zijn eigen fysieke onvolkomenheid in een omgeving waar hij is overgeleverd aan anderen.’ (nawoord prof. dr. Michiel van Kempen) 65 jaar later is deze verkenning van dezelfde impact, gevoelens worden steeds opnieuw beleefd. Een beschouwende blik is een manier van kijken. Het komt vanzelf mee na ondernomen reizen, nestelt zich in aantekeningen en gedachten en wordt uiteindelijk werk. In Cityscapes Mental Space hangen reisindrukken met titels als Gedicht in casino of Onbekend Atmosferisch Effect. Gedachten van daar, meegenomen naar hier, gezien in de precisie van de oogopslag. Op iedere plek start het leven opnieuw in hetzelfde lichaam maar in een andere maatschappij en in een ander landschap. Eindeloos nieuw is de gok van de beweging.
Karin van Pinxteren, mei 2020
*
‘IN HET OERBOS VAN DE TAAL’
fantastisch openingswoord door Dirk van Weelden, 13 juni 2020

Bij de tentoonstelling verschijnt de publicatie Nachtportier *reizen


