1.
ze zeggen
er gebeurt nooit iets
maar tijdens het ontwaken
droogt de wereld op
Ze houdt van het mistige groen van celadon maar als ze een kleur zou kunnen planten zou het rood zijn. Chinees rood, vermiljoen. Daaruit zou een complementaire beleving in monochroom ontstaan. Deze gedachte komt op na het vinden van het Chinese doosje met het rode landschap dat door de kleur en de voorstelling privé aanvoelt. Het is curiosa, kun je dat serieus nemen?
De curiosa die ze heeft verzameld, soms, als ze iets tegen kwam, verlichten haar. Eenmalige voorwerpen zonder een verhaal, onbekend aanwezig. Ze pakt het diorama en bekijkt het tafereel dat zich tussen glas bevindt. Een schijfje van een andere werkelijkheid, een besloten scène van een leven. De Aziatische miniaturen vielen haar ineens op. Ze had in eerste instantie niet in de gaten wat haar aantrok in de kleine perfecte objecten maar iets wat je vaak ziet bevalt de koper, ze kocht er eens een. Er was altijd een boom, een huis en een vogel. Gebeurtenissen zonder hoogtepunt. Nu ze langer kijkt ziet ze dat het terug te leiden is naar een simpele en blijkbaar universele harmonieuze wens van huis, flora en fauna die op deze manier, gestoken in een ander landschap, een voorstelling is geworden, te omschrijven als een idylle. Is een idylle geen hoogtepunt?
Cathérine loopt naar buiten en beschouwt haar eigen landgoed, een terrein vol van privacy. Het is de levende rust van een traag proces waardoor het een bezield domein is. De eigen tuin is geen achterdochtig landschap. Ze gaat zitten en reconstrueert een andere stilte waarvan ze het recept kent.
2.
In de grijze schemer van te dicht op elkaar gebouwde woningen in een oude wijk van een Chinese stad staat een voordeur open. Omgeven door een rood schijnsel ligt een man onder een glanzende lap roerloos op zijn buik. Zijn rechterarm en schouders bloot, zijn ogen gesloten. De heldere stof is van dezelfde orde als zijn huid. Naast hem aan een standaard met een boog hangt een grote koperen pot met gaten. Stilstaan zou de overgave van de man schenden en daarmee de intieme houding waarin hij ligt. Het is een evocatieve scène die ze niet kan bevatten.
Ze wil er graag een foto van maken omdat een afbeelding zwaarder weegt dan een herinnering. Misschien maakt het de man niets uit, zegt ze tegen zichzelf, tegelijkertijd vindt ze de hebzucht naar de foto verwerpelijk. Diep van binnen weet ze dat ze het niet durft. Bang dat hij zijn ogen opent, dat hij haar handeling ziet van zijn moment – Wie bent u? Wat moet u van mij? Rot op, dat hier de voordeur open staat wil niets zeggen! Deze stegen zijn privé! Deze stilte is privé! Mijn adem is privé!
Na het nemen van de foto kan ze gewoon doorlopen, hij kan haar niet achterna komen. Het is de perfecte omstandigheid om een plaatje te schieten. Toch, het moment van de gevreesde blik weegt zwaarder en geeft de doorslag.
De stegen uit bevindt ze zich op straat in de drukte van stemmen, bewegingen en straatverlichting. Daar beseft ze de waarde van wat ze heeft gezien. Ze herroept de theatrale seconden en draait zich om naar de aantrekkelijke stilte, het mysterieuze beeld, ze moet het fixeren. Door schemer en lamplicht vindt ze de locatie met de open deur, maar de man is verdwenen, er rest verlaten stof zonder ziel. Hier was ze niet op voorbereid. Slechts vijf minuten scheiden het wonderlijke podium van de lege vloer. Terwijl ze aan hem dacht is de man opgestaan, heeft zich aangekleed en is met het zachte licht vertrokken. Ontgoocheld kijkt ze naar het verlaten toneel en realiseert zich dat de aanwezigheid van de man op zijn buik het raadsel was van het moment, dat stilte groter wordt van lichamelijkheid. Ze kan het tafereel verlengen, het drama aanzetten, maar wat ze heeft gezien komt nooit meer terug, is door geen camera vastgelegd.
In die laatste gedachte blijft ze hangen. Een triomf die haar bevalt, omdat de scène in haar zit en niet van een grotere macht is. Het is een moment dat op geen enkele wijze is vastgelegd door de digitale keizers van nu die tot het uiterste gaan om gewetenloos de blik te onderscheppen.
Haar oogopslag is nog steeds privé.
© Karin van Pinxteren
18 februari 2020 – 20 april 2021
Het verhaal De man die op zijn buik lag, is geschreven voor en onderdeel van de installatie Pauw met onkruid voor de Paltzbiënnale 2021. Het is een audioverhaal dat kon worden beluisterd via een koptelefoon of met een QR code via de mobiel. De tentoonstelling is voorbij, wel kan je naar het verhaal luisteren door onderstaande QR code te scannen via je mobiele telefoon: richt je camera op de code en klik op de link die in beeld verschijn. Het verhaal begint. (duur 6 minuten)

