Over het werk: twee kleine zwarte doosjes. Een is het origineel, de andere een replica. Het is voor ons onbekend welke het eerste doosje was. Er zitten letters in. Een bekentenis.

Wat is het om je veilig te voelen..? Is het de mogelijkheid om je te verbergen? Of is de noodzaak om je te profileren en daarmee uit te stralen dat je geen geheimen hebt? Als je een open boek bent, kun je gelezen worden. Je zál gelezen worden. Er zal over je geoordeeld worden. Het is natuurlijk moordend om de constante last van het oordeel te dragen. Moordend voor je ego, voor je gevoel van ‘zelf’, voor je gevoel van geluk. Is het daarom dat wij mensen vaak het gevoel hebben dat we iets moeten beschermen? Dat we dus nood hebben aan geheimen?
Vaak beschermen we geheimen alsof het onze heilige huisjes zijn. Maar er valt wellicht ook wat voor te zeggen dat diezelfde geheimen ons ook beschermen. Onze geheimen zorgen ervoor dat we in staat zijn te zijn wie we willen zijn: een soort curator van ons eigen leven. Leven betekent contact hebben. Contact hebben betekent communiceren. Via lichamen, via vibes en daden, via woorden en beelden. Vaak is een contact in de meest pure vorm genadeloos overgeleverd aan de welwillendheid van de ander. De filosoof Levinas schreeft ooit dat we pas waarlijk mensen worden in de ogen van de ander. Maar, wie is die ander? blijft het bij je tafelgenoot? Of luisteren er andere oren mee? Zijn die luisterende oren vooringenomen? Hebben zij begrip voor ons als mens? Of worden we gereduceerd tot koopwaar? Een spreekwoordelijk netje sinaasappels dat wordt onderworpen aan de kritische warenkeuring van de gegadigde koper.
Maar we hoeven onszelf niet nodeloos en ongewapend in de diepte van een ander te smijten. Of die ander nu van vlees en bloed is of digitaal, een levende machine of een machinaal leven. We hebben onze verdediging en deze heet taal. Wat is de kracht van taal precies? De taal laat ons toe te verhullen en onthullen. Ze geeft ons macht door haar cryptische spelingen. Combineer taal met beeld en de betekenispuzzel wordt enkel diepzinniger. Indien gewild ook ondoorgrondelijker.
Is het ultieme wapenfeit niet dat van het geheim? En als het geheim er een is dat leeft ons hoofd, kan er dan ooit iemand bij? Zo lang we het niet uitspreken of opschrijven, leeft het dan wel voor een ander? Voor iets anders? En, als we er dan toch voor kiezen om iets los te laten, betekent dat dan dat we meteen álles loslaten als de ontvanger genoeg context heeft? Want dit is natuurlijk ook een gevaar: hoe meer de ander weet van het contextuele aura dat om het geheim hangt, hoe concreter de het raden heeft ernaar.
Maar, niet alles hoeft in een drama te eindigen. Gelukkig is dezelfde ordening die wij en anderen gebruiken om van taal een coherent systeem te maken, ook net zo makkelijk uit te buiten om met die ordening totale chaos te scheppen. Chaos die enkel voor de chaoot betekenis kent omdat hij of zij de sleutel ervan op zak heeft. Een taalspel valt ook maar te spelen zo lang de regels van het spel hetzelfde blijven. Veranderen deze regels, dan verandert alles. Je kan jezelf dan meteen afvragen: verandert daarmee de wereld en onze interpretatie ervan? Of enkel hoe we dingen benoemen? Zijn taal en ding onlosmakelijk met elkaar verbonden? Of Kan ik een hond ‘kat’ noemen? Als er genoeg anderen meedoen, moet de taal het toelaten om zich te schikken naar zo’n verandering. De vraag is echter of alles en iedereen mee verandert… Is het niet bevrijdend dat werkelijk alles kan? Dat je zelf in de hand hebt wat geheim en wat een blatant feit is door het omgooien van zoiets simpel als een regel? Is het niet fascinerend dat oppervlakkigheid gelaagdheid kan verbergen door een andere vertelling?
Johan van Cauwenberghe: philosopher of Science, Technology & Ethics, cultural critic, phenomenologist at heart.
Tekst bij de expositie EVEN ODD, 10 april 2022. Reinhard Doubrawa (DE), Fabrice Hermans, Karin van Pinxteren, geïnitieerd door Jos Bosman – M_RAM Foundation Maastricht.