Omzwervingen van een korreltje zand

Karin van Pinxteren - 'Visitor, invite me'
Visitor, invite me’ minizine, selectie 2006-2008, tekst Manon Berendse, 2009

door Manon Berendse

Ovalen luiken die je het zicht benemen, maar niet definitief. Een tinkelend walsmuziekje dat je uitnodigt tot lopen rondom een houten paviljoen. Een loper van rood pluche of een pad van talloze zilverwitte boontjes – Karin van Pinxteren bouwt haar wereld om de onze heen. Ze maakt contact. Oorspronkelijk als onberispelijke gastvrouw in performances waarin ze haar bezoekers persoonlijk welkom heette. Vervolgens met gebiedende oneliners die ze projecteerde op de muur, stempelde op handen of aanbracht op hoekige lichtbakken. Haar titels dralen niet. Guide me. Share your warmth with me. Maar dringen vriendelijk aan. Give me your order. Reflect with me. Met deze uitgepuurde zinnen verkiest Van Pinxteren de dialoog. Zonder feitelijke ontmoeting, maar gastvrij.

Niet vaak plaatst een kunstenaar zich zo direct tussen het zegbare en verzwegene. Tussen wat kunstenaars onderscheidt van hun publiek, tussen de vragen van schepper en beschouwer. Tussen het ik en de ander. Van Pinxteren poogt tussenbeide te komen zonder haar persoon naar voren te schuiven. Ze is afwezig, maar niet onzichtbaar.

In de werken die ze de laatste jaren maakt, noteert ze haar fascinaties steeds vaker in  drie dimensies. Niet alleen een typografische tekst op een drager, maar ook de vloer en de omringende wanden betrekt ze in haar installaties. Ze bouwt ruimtes om tot ‘existentiële interieurs’ en stuurt onze blik naar een enkel schilderij of een foto. In strak geschilderde of uitgelichte banen kantelt ze het vertrouwde beeld van een ruimte tot een opnieuw te veroveren plek. De omgeving als podium, die pas betekenis krijgt als het wordt betreden. Onze aanwezigheid is wenselijker dan ooit in werken als Waltz with me en Nach dem Blick, want zien maakt je tot deelgenoot. Ons lichaam verplaatst zich behoedzaam, ogen registreren, gedachten vormen zich als vanzelf. Waar verschansen ze zich – te midden van onze onzekerheden, getuigenissen, algemeenheden of oordelen? En wat is ervoor nodig om die gedachten vrijelijk rond te laten cirkelen en pas later neer te laten strijken?

Van Pinxteren plaatst haar werelden op de bladzijden van dit compacte boekje en voegt er soms een enkele zin aan toe. Bescheiden, maar zonder schroom. Tijdens de voorbereidingen vertelde ze terloops over de parels die een rol spelen in ouder en nieuwer werk. Gedragen als gastvrouw, verstopt in die berg witte boontjes,  gefotografeerd op het natte zand van het Zeeuwse Zuiderstrand en persoonlijk aangeboden als middel tot reflectie en toch al eeuwen de hoogste protocollen vergezellend, als deze tenminste afgehandeld worden door een vrouw.

Toenadering en beslotenheid – dat zijn de polen waartussen Van Pinxteren zich graag beweegt. Ze laat de dingen graag voor zich spreken en heeft groot vertrouwen in degenen die ze uitnodigt in haar interieurs. Als een korreltje zand dat een oester is binnengespoeld, begint en eindigt haar werk met het verkennen van het wezensvreemde.

© Manon Berendse, schrijver, journalist, tekst uit ‘Visitor, invite me’, 2009